Volgens het UNEP-rapport uit 2020 “Sustainability and Circularity in the Textile Value Chain” is wat betreft kleding de end-of-life-fase verantwoordelijk voor minder dan 1 procent van de milieu-impact. 75 procent van de impact vindt plaats in de productiefase. Daarom is het niet alleen logisch, maar ook essentieel om kleding zo lang mogelijk in gebruik te houden en moet de aandacht gericht worden op het ‘ontmoedigen’ van fast fashion. Zowel aan proucenten-kant als bij consumenten.
Begin jaren 2000 kwam fast fashion op. Disruptieve productie en logistiek verlaagden de kosten en nieuwe marketingtechnieken stimuleerden de consumptie, hetgeen impliciet leidde tot een afname van 36 procent in de gemiddelde draagtijd volgens een rapportage van de Ellen McArthur Foundation.
De gemiddelde kwaliteit van gebruikte materialen werd ook minder. Door besparingen op grondstoffen en materialen vervaagden en vervormden kledingstukken sneller tijdens het wassen, en nam de re-use waarde af. Volgens een recent onderzoek van het Nederlandse Ministerie van Milieu en Infrastructuur melden textielsorteercentra een daling van 80 naar 50 procent in de afgelopen jaren.
Wat kan er gedaan worden?
- Onmiddellijke invoering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in. Dit beleid is efficiënt in het werven van fondsen om de kosten van afvalscheiding te dekken en recycling te stimuleren.
- Stimuleer de vraag naar kwaliteitskleding door middel van ecodesign-eisen. De EU bereidt deze voor in de Verordening Ecodesign voor Duurzame Producten.
- Pas douanetarieven en btw toe op online fastfashionbestellingen. Wereldwijde online marktplaatsen zorgen ervoor dat goedkope kleding gemakkelijk Europese consumenten kan bereiken, terwijl fiscale verplichtingen en veiligheidscontroles worden ontweken. Fiscale maatregelen zullen de markt in evenwicht brengen. BTW-verlaging voor circulaire producten en diensten zou hun concurrentievermogen verder versterken.
4. Ten slotte, maar zeker niet onbelangrijk, richt het vizier op gedragsverandering.